Foto van Marten Visser

Marten Visser

FISCALIST, AUTEUR &

BEDRIJFSADVISEUR

Werkelijk rendement box 3 volgens arresten 6 juni 2024. En nu?

Ons hoogste fiscale rechtscollege de Hoge Raad (hierna HR) heeft op 6 juni 2024 duidelijkheid verstrekt over het door dezelfde HR in 2021 aangegeven begrip “werkelijk rendement” voor box 3.
Dit heeft gevolgen voor de aangiften over de jaren tot en met 2026; in ieder geval tot er nieuwe wetgeving komt voor box 3.

Wat kan een belastingplichtige formeel over de jaren tot en met 2026?

Allereerst moet men nagaan over welke jaren er nog geen definitieve aanslagen zijn opgelegd. Formeel moet binnen 6 maanden na het opleggen van de definitieve aanslag eventueel bezwaar worden aangetekend. In dat bezwaar moet worden aangegeven dat het “werkelijk rendement” lager is dan het rendement wat er is vastgesteld in de definitieve aanslagen.
Indien er al een definitieve aanslag is opgelegd en er is op tijd bezwaar gemaakt (ter bewaring van rechten) dan kan dit bezwaar nu verder worden aangevuld.
Voor de jaren vanaf 2017 waarover al definitieve aanslagen zijn opgelegd en waar tegen geen bezwaar is aangetekend heeft men geen recht meer op herziening.
Dit tenzij de HR in een nog lopende procedure hierover een ander licht laat schijnen.

Let op: in alle gevallen geldt dat de belastingplichtige moet aantonen dat het werkelijk rendement lager is dan het rendement wat door de belastingdienst verwerkt is in de aanslagen.

Wat moet de belastingplichtige allemaal als bewijs op tafel leggen?

1-De werkelijk ontvangen rente op bank- en spaargelden en die van vorderingen;
2-De ontvangen dividenden en couponrentes van beleggingsportefeuilles (aandelen en obligaties etc.)
3-De waarden van de beleggingsportefeuilles per 1 januari en 31 december van een jaar. Uit deze opgaven moet ook naar voren komen de gerealiseerde en ongerealiseerde koersresultaten op de beleggingsportefeuille. Let op: dit is steeds de situatie ten opzichte van 1 januari van een jaar.
4-De huuropbrengsten bij vastgoed en de waarden van het vastgoed per 1 januari en 31 december. De verschillen dienen ook als werkelijk rendement te worden verwerkt. De kosten mogen niet in aftrek worden genomen.
5- De rente betaald op schulden en de stand de van die schulden per 1 januari en 31 december van het jaar.

Welke regels moet een belastingplichtige nu gaan hanteren?

Voor de jaren tot en met 2026 kan men kiezen. Of de uitwerkingen van de wettelijke regelingen in een jaar, of de regels van de Herstelwet (voor de jaren tot en met 2022) of Overbruggingswet (voor de jaren vanaf 2023) of de rekenregels volgens de arresten van de HR van 6 juni 2024. Men kan kiezen voor de meest gunstige uitkomst.

Kosten. Hulp van Nettax: no cure no pay.

De belastingadviseur kan het in kaart brengen en het indienen van de bezwaren voor een belastingplichtige verzorgen. Doch dit kan enorme kosten met zich meebrengen, ook als blijkt dat er voor een bepaald jaar uiteindelijk geen teruggave komt.
Indien u de hulp van Nettax inroept kunt u kiezen. Of de daadwerkelijk overall te maken kosten worden in rekening gebracht.
In bepaalde situaties kunt ook kiezen per jaar voor een kostenpost van 10% van de totale daadwerkelijke belastingteruggave. Dit bedrag is exclusief omzetbelasting. Kosten gemaakt voor een jaar welke geen teruggave opleveren worden dan niet in rekening gebracht.

De informatie in de artikelen heeft een signalerend karakter, is niet bedoeld als advies en de ontvanger/gebruiker kan hieraan geen rechten ontlenen. Tekst: Ondanks de zorgvuldige samenstelling van de inhoud van deze artikelen kan Nettax BV geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade, direct dan wel indirect, ten gevolge van eventuele fouten, vergissingen of onvolledigheden van de aangeboden informatie. De artikelen kunnen verwijzen naar andere websites en andere bronnen.

Deel dit artikel