Foto van Marten Visser

Marten Visser

FISCALIST, AUTEUR &

BEDRIJFSADVISEUR

Misinformatie over zonneparken

Er wordt heel veel misinformatie verteld over zonneparken. Hierbij een aantal van deze verhalen en een reactie.

“De opbrengst van de zonneparken gaat alleen maar naar buitenlandse investeerders”

Het feit dat buitenlandse investeerders aandelen hebben in zonneparken is op zich geen negatieve ontwikkeling en verdient een vorm van nuance. Om de doelstelling van het Klimaatakkoord te behalen is veel kapitaal nodig. Doordat de energiemarkt een vrije markt is bestaat de investering in zonneparken uit zowel lokale, nationale en internationale partijen. Al deze investeerders stoppen geld in projecten en nemen daarmee ook risico’s in een zeer volatiele markt als de energiemarkt. Het is logisch dat investeerders zoeken naar een beloning (rendement) voor hun investeringen. Zie ook de beantwoording van gestelde vragen in de Tweede Kamer door de Minister op 31 maart 2021. Dat het soms buitenlandse investeerders zijn en niet altijd Nederlandse beleggingsfondsen geeft te denken over de motieven van Nederlandse beleggingsfondsen om niet te investeren. In het Klimaatakkoord is ook afgesproken dat er zal worden gestreefd naar 50% lokaal eigendom. Doch in de praktijk komt hier tot noch toe weinig van terecht, dus zal kapitaal van elders nodig zijn om de zonneparken te realiseren.

“Omwonenden hebben geen financieel voordeel van de zonneparken”

Zoals hierboven is aangegeven hebben omwonenden het recht om te participeren. In een dergelijk participatieproces worden afspraken gemaakt over omvang, de ruimtelijke inpassingen en het financieel meeprofiteren van het zonnepark. Deze afspraken staan vast, los van welke investeerder toetreed om de realisatie van het zonnepark mogelijk te maken. In sommige gevallen participeren lokale energie coöperaties en krijgen de leden van deze coöperaties voordelen bij bijvoorbeeld hun eigen energieafname. In andere gevallen worden afspraken gemaakt dat er jaarlijks een bedrag aan lokale gemeenschappelijke voorzieningen (dorpshuizen, musea etc.) moet worden geleverd.Doch niet alle direct aanwonenden zijn geïnteresseerd in participatie in een zonnepark doordat zowel de lusten als de lasten gedragen dienen te worden. Vanuit de zonne-energiesector is er afgesproken dat er gestreefd wordt naar 50% eigendom door de lokale omgeving in 2030. Inmiddels zijn er zeer veel mooie voorbeelden van samenwerking gerealiseerd, onder andere tussen projectontwikkelaars en energiecoöperaties waarin omwonenden wel degelijk een voordeel halen uit de omliggende zonneparken.

“De opbrengst van de energie opgewekt door zonneparken zijn niet nodig voor de energietransitie”

De ambities van het kabinet zijn: zo veel mogelijk lokaal zonne- en windenergie produceren en een klimaat neutrale elektriciteitssector in 2050 behalen. Hierbij dient per 2030 70% van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komt. Op dit moment (op basis van het huidige energiegebruik) ligt dat percentage op 15%. Gelet op het elektrificeren van de maatschappij is doorgerekend door netbeheer Nederland dat de vraag naar elektriciteit in 2030 zal toenemen met 43% waardoor de actuele stand van het aandeel hernieuwbare energie naar alle waarschijnlijkheid verhoudingsgewijs ook nog te laag ligt. De vraag naar energie is groter dan verwacht en dus is er meer opwekcapaciteit nodig. Daarbij spelen zonneparken een belangrijke rol. Op dit moment zien we een stagnatie van het aantal gerealiseerde projecten in zijn algemeenheid (bron: Planbureau voor de leefomgeving). De oorzaak hiervoor is onder meer de steeds complexere regelgeving en de opgelegde beperkingen vanuit de beleidsmakers, met name voor wat betreft zonneparken op land. Deze situatie heeft verstrekkende gevolgen: als we tegen zonneparken op land zijn wordt het onmogelijk om de klimaatdoelen te behalen.

“Al onze landbouwgrond gaart verloren aan zonneparken”

Volgens het Kadaster ligt de helft van alle zonneparken in of bij de bebouwde kom. Vierenveertig procent ligt langs de wegen of spoorwegen en slechts 0,12 % van de landbouwgrond telt zonnepanelen. Ter verduidelijking: de totale oppervlakte van Nederland bestaat voor ongeveer 70% uit landbouwgrond. Voor de realisatie van het klimaatdoelen is minder dan 1% van de totale Nederlandse landbouwgrond benodigd. Dit betekent dat we in totaal 4.683 zonneparken op grond nodig hebben met een totale oppervlakte van 30.175 hectare. Dat al onze landbouwgrond verloren gaat aan zonneparken klopt dus niet!

“Zonneparken tasten het landschap aan”

Een veld vol met zonnepanelen is beeldbepalend. Veel mensen zien liever groen, bloemen, insecten en vogels. Ze weten niet dat dat biodiversiteit en zonne-energie goed samen gaan. Voor landbouwgrond is een zonnepark een oplossing. De grond wordt 25 jaar niet bewerkt en blijft gevrijwaard van kunstmest en pesticiden. Ook kunnen er schapen grazen tussen de zonnepanelen. Uit eerdergenoemde onderzoeken blijkt ook dat er vanwege het feit dat er voldoende voedsel is de vogelstand zicht weer lijkt te herstellen. Voor agrarische ondernemers zijn zonneparken op landbouwgrond een kans; voedselboer en energieboer. Het inruilen van landbouwgrond voor zonneparken kan een bijdrage leveren aan de beperking van de stikstofuitstoot. Hierbij kan worden gedacht aan gronden die een landbouwer niet meer nodig heeft omdat hij gebruik maakt van de opkoopregelingen ter beperking van de stikstofuitstoot. Als men op deze wijze aankijkt tegen een veld vol zonnepanelen dan verandert dat denk ik de denkwijze.

De informatie in de artikelen heeft een signalerend karakter, is niet bedoeld als advies en de ontvanger/gebruiker kan hieraan geen rechten ontlenen. Tekst: Ondanks de zorgvuldige samenstelling van de inhoud van deze artikelen kan Nettax BV geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade, direct dan wel indirect, ten gevolge van eventuele fouten, vergissingen of onvolledigheden van de aangeboden informatie. De artikelen kunnen verwijzen naar andere websites en andere bronnen.

Deel dit artikel